Veulenworminfecties komen voor bij jonge veulens en dan meestal onder de 6 maanden. De infectiebron voor het veulen is het moederdier.
Levenscyclus:
Net na de geboorte wordt een bestaande sluimerende infectie in het moederdier geactiveerd en komen de larfjes via de moedermelk in het veulen terecht. Binnen 10 dagen na opname door het veulen kunnen de opgenomen larven zich al ontwikkeld hebben tot volwassen wormen die weer eitjes uitscheiden via de mest. De larfjes die uit deze eitjes komen kunnen dwars door de huid van het veulen kruipen en zo het jonge dier herbesmetten. De larfjes gaan via de bloedbaan naar de longen, worden opgehoest en ingeslikt en komen uiteindelijk in de darm terecht waar ze volwassen worden en eitjes produceren die dan met de mest weer worden uitgescheiden.
Symptomen:
Ziekteverschijnselen die gezien worden bij jonge veulens tot ongeveer 1 maand zijn sufheid, diarree, gewichtsverlies en geen melk meer willen drinken. Gelukkig zien we zulke infecties heel weinig. Jeuk kan ook een verschijnsel zijn als gevolg van het binnendringen van de huid door de larfjes. Ook hoesten kan voorkomen doordat de larfjes in de longen gaan zitten. Diarree en koliek kunnen ontstaan als de volwassen wormen in de darm gaan zitten.
Diagnose:
De aanwezigheid van de kenmerkende eitjes met een dunne wand met daarin een larfje bevestigt de infectie. Een hoge ei-uitscheiding kan ook worden gevonden bij oudere veulens maar zo’n infectie is vrijwel altijd zonder symptomen. Indien u een ernstige veulenworminfectie vermoedt adviseren wij u om contact op te nemen met de dierenarts om zo snel mogelijk een behandeling in te zetten. Bij mestonderzoek worden ook veulenwormeitjes geteld en kan eventueel een advies voor een behandeling worden gegeven. Als u wilt weten of uw veulen besmet is met veulenwormen adviseren wij om vanaf 10 dagen leeftijd mest van uw veulen langs te brengen voor onderzoek.
Behandeling:
Goede stalhygiëne is erg belangrijk om ernstige infecties te voorkomen. Dit houdt in dat dagelijks de mest verwijderd moet worden, de stal moet goed droog gehouden worden en regelmatig het vervangen van het strooisel hoort daar ook bij. Daarnaast kan een behandeling ingezet worden met Ivermectine. Veulens mogen niet zomaar met alle middelen behandeld worden, zo ook niet met Moxidectine als ze nog geen 4 maanden oud zijn.